Hoe laat ik mijn kat meer drinken?
De warme zomer is in zicht en hydrateren is belangrijk voor iedereen. Ook voor je kat. Maar hoe zorg je er nu voor dat je kat voldoende drinkt? En wat kunnen de gevolgen zijn wanneer je kat te weinig drinkt? Kan je je kat stimuleren om meer te drinken? Waar moet je dan aan denken? Meer hierover lees je in deze blog.
Mogelijke gevolgen van te weinig drinken
Veel katten drinken uit zichzelf veel te weinig water. Dit kan op termijn ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken. Er kunnen verschillende redenen zijn om de wateropname van je kat goed te stimuleren. Dit is van belang voor de behandeling van verschillende aandoeningen, maar ook voor het voorkomen ervan. Denk hierbij aan:
- Nierproblemen (ze zijn dan gevoeliger voor uitdroging)
- Blaasontsteking en/of blaasgruis (hierbij drinken ze vaak meer dan normaal)
- Obstipatie
- Tijdens een behandeling met medicijnen
Hoeveel hoort een kat te drinken?
Gemiddeld moet een kat per dag 40 tot 80 ml water per kilogram lichaamsgewicht drinken. Voor een gemiddelde kat is dit dus ongeveer 200 ml op een dag. Dit is slechts een richtlijn en hangt af van verschillende factoren zoals het type voer (droog- of natvoer), de hoeveelheid lichaamsbeweging en omgevingstemperatuur. Een kat die uitsluitend droogvoer eet zal veel meer moeten drinken dan een kat die alleen natvoer voorgeschoteld krijgt.
Je kan de wateropname van je kat meten door een afgemeten hoeveelheid water in de bakken te doen en 24 uur later te meten hoeveel eruit is. Bij meerdere katten in huis is dit natuurlijk lastiger. Drinkt je kat duidelijk meer dan de richtlijn of is je kat meer gaan drinken dan eerst? Dan kan er ook een medische oorzaak voor zijn. Neem dan vooral even contact op met de dierenarts.
15 Tips om je kat meer te laten drinken
- Ververs elke dag het drinkwater en maak ook de drinkbakken regelmatig goed schoon (minimaal elke week).
- Plaats drink- en voerbakken minimaal 2 meter uit elkaar. Dit zorgt ervoor dat katten ruim 30% meer water drinken dan wanneer de bakken direct naast elkaar staan. Water dat zich te dicht bij de prooi bevindt wordt doorgaans instinctief door roofdieren gemeden. Het kan vervuild zijn of besmet met ziekteverwekkers.
- Plaats meerdere waterbakken op verschillende plaatsen (zowel hoog als laag en in verschillende ruimtes). Zet ze op een rustige plaats waar de kat goed om zich heen kan kijken. Zet de bakken niet in de buurt van de kattenbak (lijkt vrij logisch, maar het kan maar even gezegd zijn).
- Zorg voor grote, brede ondiepe waterbakken, waarbij de snorharen de rand niet raken, zoals de lekker grote drinkbakken Concrete 700ml, drinkbak Watermelon of Lemon &Lime. Plaats de drinkbakken een stukje van de muur af. Zo kunnen ze de omgeving in de gaten houden terwijl ze drinken. Doen ze graag.
- Probeer waterbakken van verschillende materialen, zoals porselein (Hoopo Tower of Diamond Bowl Large), glas en rvs. Plastic vinden katten over het algemeen minder prettig omdat hier vaak geurtjes in blijven hangen.
- Vul de waterbak tot de rand, katten drinken namelijk graag uit een volle bak. Water is transparant, bij een volle bak weten katten waar de waterspiegel is. De kat loopt zo minder risico dat zijn hele snuit in het water terecht komt, daar houden katten meestal niet van.
- Zet op iedere verdieping van het huis een of meerdere bakjes neer, dan hoeft je kat niet naar boven of naar beneden te lopen om te kunnen drinken. Plaats ze op rustige plekjes, dus vermijdt hierbij looproutes.
- Sommige katten houden van stromend water. Een druppelende kraan in de wasbak of in bad is dan bijzonder leuk om uit te drinken.
- Er zijn speciale drinkfonteinen te koop waarbij het water in beweging is. Check ook zeker even onze nieuwste drinkfontein Hoopo Hydr! In het kort: Draadloos dus je kan hem overal neerzetten, inhoud van bijna 2 liter, mooi design en heeft een fijne ergonomische hoogte dus ook zeer geschikt voor de wat oudere katten.
- Geef (meer) blikvoer in plaats van droogvoer. Wat extra water erbij, zodat het een soepje wordt, wil ook wel eens helpen.
- Leg een ijsklontje of een pingpongbal in een grote kom met water. Er zijn katten die daar graag mee spelen, wat het drinken stimuleert.
- Experimenteer eens met verschillende soorten water en zoek uit waar je kat van houdt: kraanwater, mineraalwater, opgevangen regenwater (zet wat bakjes in de tuin neer) of een plas of andere waterbron in de tuin.
- Andere smaakjes kunnen ook goed uitpakken. Je kan bijvoorbeeld ook wat vocht van gekookte kip of vis invriezen in ijsblokjes en dit als smaakje aan het drinkwater toevoegen. Geef je kat het vocht uit een blikje tonijn of zalm of maak een lekker soepje van fijngehakt vlees, kip, vis of garnalen.
- Let op met vloeistoffen zoals gezoute sap van sommige ingeblikte vis, melk (bevat veel fosfaat wat slecht is voor met name katten met een nierziekte en koemelk is daarnaast slecht verteerbaar) of “gezonde” groentebouillonblokjes (teveel zout of bevat ui wat giftig is voor een kat)
- Geef je kat zoveel mogelijk water (of andere geschikte vloeistoffen) op kamertemperatuur. Koude vloeistoffen hebben minder smaak voor een kat.
Als laatste is het goed om te weten dat verandering naar meer drinken tijd kan kosten. Breng veranderingen geleidelijk aan, want katten houden niet van plotselinge veranderingen, zeker niet waar het hun eten of drinken betreft. Bottoms up!